Revolution 9 heet het meest experimentele nummer van The Beatles: een door Karlheinz Stockhausen beïnvloede wirwar van geluiden, die zelfs de grootste fans van de groep met moeite uitzitten. Veiligheidsriemen vast dus als we zien dat het openingsnummer van het 31ste studio-album van Elvis Costello Revolution #49 heet. Costello weet hoe je een pakkende popsong schrijft, maar houdt er ook van het de luisteraar niet te makkelijk te maken.
Het valt reuze mee. Revolution #49 is allesbehalve een standaard popnummer, maar de Arabisch aandoende muziek met gesproken tekst zijn best te doen. Het nummer geeft wel meteen aan dat Hey Clockface een heel ander album is dan het twee jaar terug verschenen Look Now, waarop Costello terugkeerde naar de muziek die hij begin jaren tachtig maakte.
Zo gefocust als die plaat was, zo breed uitwaaierend is Hey Clockface. We horen ballads, rocksongs, voorzichtig gestoei met elektronica en in het titelnummer hangt Costello ineens de jazzzanger uit. Een heel traditionele jazzzanger ook nog eens, in de stijl van Fats Waller.
Een eclectisch popmuzikant is Costello altijd geweest, maar doorgaans hield hij zich per album aan één stijl. Slecht wordt het op Hey Clockface geen moment, maar een album waarop zowat in elke song een andere stijl wordt aangesneden luistert toch niet echt lekker.
|